Gedimd licht voelt heel anders aan dan licht op volle sterkte. Van deze eigenschap kunt u gebruikmaken in uw lichtplan. Marnix Kuling, projectengineer en lichtontwerper bij bureau FRANKEN, is expert op dit gebied. In dit artikel legt hij uit hoe de emotionele kant van licht werkt en hoe u hiermee een concreet lichtplan kunt maken.
Dankzij zijn achtergrond in de theaterwereld weet Marnix als geen ander hoe je met behulp van licht bepaalde emoties kunt sturen en oproepen: “Een typisch voorbeeld is de manier waarop het licht aangaat in de zaal na een voorstelling. Dat gaat niet in één keer, want dan zou je als publiek ineens vol in het licht komen te zitten. Door met gedimd licht heel rustig de intensiteit op te voeren, heb je nog een moment van bezinning om na te denken over wat je gezien hebt. Zo gaat de voorstelling naadloos over in de werkelijkheid. Zo speelt de kleur van het licht ook een belangrijke rol. Hard tl-licht zal nooit een warme sfeer oproepen. Zo hebben we bij DOMUSDELA het licht echt ter ondersteuning ingezet van de architectuur, door esthetische effecten op te roepen in bepaalde ruimtes.”
Zijn werk bij bureau FRANKEN gaat veel verder dan alleen lichttechniek, vertelt Marnix: “Wanneer je mensen vraagt wat licht voor ze betekent, krijg je bij iedereen een ander antwoord. Dat geeft al aan dat lichtbeleving persoonlijk is en op emotioneel niveau plaatsvindt. Als lichtontwerper moet ik dus niet alleen de technische kant van de mogelijkheden kennen, maar ook aandacht besteden aan de emotionele kant om een goed advies te kunnen geven. Bijvoorbeeld wanneer mensen last hebben van teveel licht op hun werkplek of ze ervaren het trillen van ledverlichting als onprettig. Een goed lichtplan houdt ook rekening met de gezondheid en het comfort van de gebruiker.”
De functieomschrijving van ruimtes, zoals ze in het bestek staan vermeld, zijn nu meestal nog het uitgangspunt voor het lichtplan. Marnix: “Dat kan een kantoor zijn, maar bijvoorbeeld ook een publieke ruimte. Er zijn Europese normeringen waar de verlichting aan moet voldoen binnen die ruimtes. Dat zijn meestal de randvoorwaarden voor het maken van een lichtplan. Deze benadering gaat echter voorbij aan de gebruiker en de specifieke beleving van de ruimte. Het kan zelfs gebeuren dat de normeringen in de weg staan van een optimaal lichtplan. Dat is het dynamische speelveld waarop ik me begeef als lichtontwerper.”
Wilt u eens met Marnix Kuling praten over het licht in uw gebouw? Neem dan contact op.